Dwangmedicatie

Dwangmedicatie

KC22-006 06 februari 2022

Uitspraak onafhankelijke klachtencommissie Wvggz Gelderland Midden en Zuid

 

Inzake : [klaagster]
Klachtnummer : KC22-006
Instelling : Pro Persona
Datum ontvangst klacht : 25 januari 2022
Schorsingsverzoek : Gehonoreerd
Hoorzitting : 1 februari 2022
Datum uitspraak  : 7 februari 2022

 

 

 

Aanwezig bij de hoorzitting

[klaagster] (klaagster)

 

[Verweerder] (verweerder)

[Verweerder] (ANIOS)

 

[Voorzitter] (voorzitter klachtencommissie)

[Psychiater] (psychiater)  `

[lid] (lid)

 

[Ambtelijk secretaris] (ambtelijk secretaris Wvggz klachtencommissie)

 

 

Juridische status

Zorgmachtiging

 

 

Klacht

Depotmedicatie

 

Procesverloop

De klachtencommissie heeft op 25 januari 2022 een klacht ontvangen, inclusief schorsingsverzoek, inzake (depot)medicatie als onderdeel van de verplichte zorg. Dezelfde dag zijn partijen geïnformeerd over het schorsingsbesluit, de behandeling van de klacht en uitgenodigd voor de hoorzitting. Het verweer is op 26 januari 2022 per mail naar betrokkenen gezonden. Het verweerschrift is nagezonden per mail op 31 januari.

De digitale hoorzitting heeft plaatsgevonden op 1 februari 2022. Bij die gelegenheid hebben partijen hun standpunt kunnen toelichten. Aan het einde van de hoorzitting heeft de voorzitter medegedeeld dat de volledige uitspraak uiterlijk op 7 februari 2022 schriftelijk naar partijen gezonden zal worden.      

 

De klachtencommissie heeft inzage gehad in de volgende stukken:

-           Ingediende klacht;

-           Verweerschrift;

-           Medische verklaring d.d. 17-12-2021 en 4-1-2022;

-           Informatiebrief GD d.d. 10-1-2022;

-           Beslissing verlenen verplichte zorg d.d. 19-1-2021;

-           Crisismaatregel d.d. 17-12-2020 en voortzetting CM d.d. 23-12-2021;

-           Beschikking zorgmachtiging d.d. 19-1-2022;

-           Infobrief VZ d.d. 17-12-2021 en 19-1-2022;

-           Behandelplan d.d. 18-12-2021;

-           Signaleringsplan d.d. 26-12-2021;

-           Decursus en rapportage vpk periode 17-12-2021 t/m 25-1-2022.

 

 

Termijn

Het klaagschrift bevat een klacht tegen verplichte zorg als omschreven in artikel 10:3 Wvggz. Deze klacht heeft betrekking op een beslissing waarvan het gevolg actueel is. Om die reden ziet de klachtencommissie zich gehouden binnen twee weken na ontvangst van het klachtenformulier een schriftelijke en gemotiveerde beslissing te nemen. Deze termijn loopt af op 7 februari 2022.

 

Feiten

Klaagster is een [leeftijd] vrouw bekend met een paranoïde psychotische stoornis met waanideeën en forse achterdocht waardoor patiënte zich isoleert en het contact met familie en vrienden heeft verbroken. Zij is op 17-12-21 opgenomen met een Crisismaatregel op de afdeling].

Op 19 januari 2022 is een zorgmachtiging afgegeven voor de duur van 6 maanden.

 

Standpunten van partijen

Ter zitting licht klaagster doe dat ze het voorgeschreven depot niet accepteert. Ze is het niet eens met de opname en de diagnose. Ook is het oneens met de inhoud van alle stukken die ze voor de hoorzitting heeft doorgelezen. ‘Zonder mijn toestemming komt er niets in mijn lichaam’ geeft klaagster aan. Ik ben niet psychotisch en wil per direct naar huis, aldus klaagster.  

 

Verweerder geeft aan dat de rode draad is dat klaagster het niet eens is met opname en diagnose. De procedures zijn gevolgd zoals voorgeschreven maar we komen er samen niet uit, aldus verweerder.  

 

Op vragen van de commissie laat klaagster weten dat ze niet eerder in aanraking is geweest met de psychiatrie. Ze heeft ook niet eerder medicijnen ingenomen voor haar geestelijk welbevinden.  

Klaagster beaamt dat ze haar opname en alles eromheen ziet als een groot theater. Ze durft dit niet toe te lichten omdat ze dit voorafgaand aan het intakegesprek ook heeft uitgelegd aan een medewerker van Pro Persona die dit vervolgens, tijdens de rechtszitting over verlenging van de crisismaatregel, gebruikte in het nadeel van klaagster door dit als psychotisch gedrag te duiden. Wel geeft klaagster aan dat ze geen psychische klachten in welke richting dan ook ervaart. ‘Ik heb hier niet aangebeld met vragen. Je wordt zomaar opgesloten. Niet alleen bij mij. Gebeurt ook bij anderen’ verwoordt klaagster. Deze wet moet afgeschaft worden zodat er helemaal geen verplichte medicatie gegeven kan worden of mensen opgesloten worden.

 

Naar aanleiding van een vraag van de commissie vertelt klaagster dat ze alleen woont maar dat dit, door de liefde voor God, niet zo voelt. Ze heeft een uitkering met toeslagen. Ze heeft geen betaald werk maar ervaart het leven als haar werk.

De voorzitter merkt op dat de meest recente aanzeggingsbrief ontbreekt bij de aangeleverde stukken. Verweerder kijkt dit na en stuurt het anders nog toe.  

De commissie bevraagt klaagster over de aanleiding van de opname waarbij zij een straat overstak en bijna onder een politiewagen terecht kwam. Klaagster antwoordt dat zij altijd langs de kant van de weg loopt in plaats van op de stoep. Zij steekt altijd op dezelfde plek over. De politie zou hard hebben moeten remmen. Volgens klaagster klopt dit niet anders had ze dat wel gehoord. De politie achtervolgde haar daarna waardoor ze steeds de andere kant op liep. Ze wilde geen contact met de politie omdat ze voelde dat er iets mis ging lopen. ‘Ik heb later met mijn advocaat gesproken’ aldus klaagster, ‘die zegt dat dit een psychotische opmerking is. Dat is precies het probleem. Ik denk dat ik erin geluisd ben door de politie. De politie wist dat ik precies daar overstak’.

 

In de slotronde benoemt klaagster nogmaals dat ze per direct en voorgoed naar huis wil en een schadevergoeding eist. Ze heeft vanaf het begin medicatie geweigerd en zal dit blijven weigeren. Ze heeft thuis nooit hulp gehad en wil dat ook perse niet.

 

Tenslotte vertelt klaagster nog over iemand die ze jaren geleden tegengekomen is op het station. Hij was opgenomen geweest bij Pro Persona, had een depot gekregen en klaagde daar over. Hij vertelde dat zijn handen gingen trillen. Klaagster dacht dat hij een acteur was maar weet dat nog steeds niet zeker. Ze voelt zich schuldig dat ze niets heeft gedaan met die informatie en vermoedt dat ze daarom misschien schuldig is en een spuit moet krijgen.

 

 

 

BEVINDINGEN VAN DE COMMISSIE

 

Ontvankelijkheid klacht en bevoegdheid commissie

Op grond van artikel 10.3 van de Wvggz kan een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van de in dat artikel opgenomen bepalingen. Aangezien de klacht is gericht tegen de uitvoering van de verplichte zorg zoals bedoeld in artikel 8.9 Wvggz is de klacht ontvankelijk.

 

Gronden en overwegingen

Gelet op de ingebrachte stukken, de inhoud van de dossierstukken en het verhandelde ter zitting komt de klachtcommissie tot de volgende overwegingen.

Artikel 8:9 Wvggz bepaalt dat de zorgverantwoordelijke ter uitvoering van de (voortgezette) crisismaatregel en ter uitvoering van de zorgmachtiging een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg niet neemt, dan nadat hij:

  1. zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van betrokkene,
  2. met betrokkene over de voorgenomen beslissing overleg heeft gevoerd, en
  3. voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de geneesheer-directeur.

 

Allereerst en meer in het algemeen overweegt de commissie dat verplichte zorg bij psychiatrische patiënten een ernstige inbreuk is op hun persoonlijke levenssfeer en/of lichamelijke integriteit. Deze inbreuk dient dan ook met de nodige waarborgen omkleed te zijn. Daarom worden er zowel op juridisch als op medisch gebied eisen gesteld aan het mogen toepassen van verplichte zorg. Op juridisch gebied moet verplichte zorg voldoen aan de gronden van de Wvggz en aan vormvoorschriften als vastlegging van het zorgplan en het uitreiken van een voldoende gemotiveerde schriftelijke kennisgeving van de verplichte zorg.

 

Klaagster is een [leeftijd] vrouw bekend met een paranoïde psychotische stoornis met wanen.  Klaagster herkent zichzelf niet in dit beeld. Klaagster vindt dat alles in scene is gezet en dat ze niet ziek is. Klaagster is in verwarde toestand door de politie van straat gehaald en was verbaal agressief. Tijdens de opname heeft klaagster haar deur gebarricadeerd. Het ernstig nadeel bestaat uit levensgevaar, maatschappelijke teloorgang, het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag. Klaagster wil absoluut geen verplichte medicatie en eist een hoge schadevergoeding.

Verweerder geeft aan dat er geen alternatief is voor verplichte medicatie. Hij is voornemens te starten met tabletten Cisordinol. Bij persisterend weigeren van de tabletten door klaagster zal overgegaan worden op een depot. Ter behandeling van haar wanen.

 

Wat betreft de formele aspecten van de verplichte zorg stelt de commissie vast dat deze voldoen aan de wettelijke vereisten die hiervoor zijn gesteld.

 

De commissie constateert dat de verplichte zorg voldoet aan de proportionaliteit, doelmatigheid, subsidiariteit en veiligheid die de Wvggz vereist. De commissie kan de inhoudelijke overwegingen van verweerder als passend kwalificeren.

 

De klachtencommissie verklaart de klacht ongegrond. Schadevergoedingseis zal niet toegekend worden nu de klacht ongegrond verklaard is.

Het toegekende schorsingsverzoek was geldig tot aan de hoorzitting.

 

 

Uitspraak

De klachtencommissie verklaart de klacht ongegrond.

 

 

Beroep

Klager, vertegenwoordiger of de zorgaanbieder kan door middel van een schriftelijk en gemotiveerd verzoekschrift bij de Rechtbank Gelderland beroep instellen tegen onderhavige uitspraak van de klachtencommissie. De termijn voor het indienen van een verzoekschrift bedraagt zes weken na de dag waarop de beslissing van de klachtencommissie aan de betrokkene is meegedeeld.

         

 

Aldus besloten te [locatie], 7 februari 2022

namens de Wvggz klachtencommissie,

i/o

 

[Voorzitter]

Voorzitter Wvggz Klachtencommissie

Aantal bladzijden: 4